31 oktober 2011

Wonderlijke installaties Jean Dubuffet belicht in Elsene

Nu de graffitikunstenaars na een museaal, zomers verblijf teruggekeerd zijn naar hun vertrouwde actieterrein in de omliggende straten, biedt het Museum van Elsene onderdak aan de indrukwekkende installaties van Jean Dubuffet (1901-1985). Met ‘Dubuffet. Architect’ belicht het museum een minder gekend aspect van deze Art Brut-kunstenaar, die tot de belangrijkste artiesten van de tweede helft van de 20e eeuw behoort. Samen met gelegenheidscurator Daniel Abadie stelt museumdirectrice Claire Leblanc het werk van Dubuffet als architect centraal.

Wie ooit de beeldentuin van het Nederlandse Kröller-Müller bezocht, kent het werk van Dubuffet zeker en vast. Zijn installatie ‘Jardin d’email’ (1968) spreekt niet alleen door zijn grootte, maar ook door zijn kleur (wit met dikke, zwarte lijnen) tot de verbeelding. Langs buiten lijkt de tuin gewoon een gesloten muur, maar voor wie het kleine toegangsdeurtje vindt wacht een wonderlijk landschap. Die driedimensionale werken noemde hij ‘peinture monumentée’.


Maquettes en foto’s laten de bezoekers in Elsene niet alleen kennismaken met deze wonderlijke tuin, maar ook met het werk ‘Groupe de quatre arbres’ (1970). Ook dat werk, dat op een boogscheut van Wall Street in New York staat, spreekt tot de verbeelding. Ondanks hun gestileerde, zwartwitte uiterlijk komt dit groepje bomen door hun plaatsing tussen de gigantische, strakke gebouwen van het New Yorkse Financial district bijzonder organisch over.


Horror Vacuï

Hoe Dubuffet tot deze installaties kwam, komen we stap voor stap te weten op ‘Dubuffet. Architecte/architect’ in Elsene. De expo opent met het monumentale, acht meter lange werk ‘Nunc Stans’ (1965), dat tot de collectie van het New Yorkse Guggenheim behoort. Het is opgebouwd uit een horror vacuï van amorfe vormen, door Dubuffet ‘Hourloupe’ genoemd.


Geleidelijk aan vertaalde Dubuffet dat werk naar drie dimensies. Voor zijn eerste experimenten gebruikte hij piepschuim, omdat het erg licht en gemakkelijk te beeldhouwen was. Zijn experimenten resulteerden onder andere in ‘Le Mur Bleu’ (1967), een 7 meter lang en 3,5 meter hoog reliëf versierd met blauw gekleurde motieven.


Helemaal achteraan het museum hangt een monumentale foto van het project ‘Closerie Falbala’, dat Dubuffet in 1976 voltooide. De foto wordt gecombineerd met de maquette van het project, dat zo’n 1610 vierkante meter omvatte. De villa in het midden meet zowat 20 bij 15 meter.


Rechtbank

Niet alle projecten van Dubuffet konden op evenveel bijval rekenen. Naast het grote Welcome Parade-project van Washington en dat van de Site scripturaire van La Défense kwam ook het Salon d’été-project voor de Régie Renault er uiteindelijk niet. Toen het project in 1974 al voor ongeveer de helft klaar was, besloot de nieuwe voorzitter van de Régie, de heer Vernier-Palliez, alles stop te zetten. Na negen jaar strijd voor de rechtbank besloot Dubuffet te verzaken aan het werk, dat een soort tuin van 50 bij 60 meter moest worden. “Ik vond het geen prettig idee om bij dwangbevel een monument te bouwen op een plek waar het zo weinig gewenst leek”, aldus de kunstenaar.


In Elsene zijn zowel de maquette van deze ‘Salon d’été’ als schilderijen rond het hele verhaal te zien. Daarop stelt Dubuffet de hoofdfiguren zoals architect Pierre Vigneron, secretaris-generaal Quin en de rechters in zijn typische Art Brut-stijl voor. Oorspronkelijk bedacht Dubuffet de term voor tekeningen van kinderen, geestelijk minder begaafden en gedetineerden. Later werd ook zijn eigen werk met die term benoemd.


De enorme collectie, die Dubuffet onder de noemer ‘Compagnie de l’Art Brut’ van dit soort werk aanlegde, is sinds 1975 te zien in Lausanne. In navolging van Dubuffet ontstonden ook elders verzamelingen van zogenaamde outsiderkunst: zo bezitten zowel het Lam in het Noord-Franse Rijsel als Art & Marges in de Brusselse Marollen een mooie collectie.


Jean Dubuffet
Jean Dubuffet was een Franse kunstenaar die onder andere andere grote beeldhouwwerken maakte. Hij staat bekend als de propagandist van de term Art Brut. Dubuffet gaf een tijd zijn kunstzinnige aspiraties op om leiding te gaan geven aan het wijnbedrijf van zijn familie ( 1924 – 1942) tot hij besloot om kunst terug zijn prioriteit te maken. Hij stelde zijn schilderijen tentoon in Parijs, Amsterdam, Londen en New York. Dubuffet had een wilde schilderstijl en gebruikte buiten verf ook asfalt en glas in zijn schilderijen. Hij had een grote belangstelling voor tekeningen van kinderen, geestelijk minder begaafden en gedetineerden. Hiervan legde hij een grote verzameling aan. Hij noemde ze Art Brut.


Door: Liesbeth

Droomdecor van Gaasbeek herbergt achttien kunstenaars

‘Komm, süsser Tod, sel’ge Ruh,’ klinkt het bij Bach. De god van de dood, Thanatos, had ook een tweelingbroer. Op een altaar bij kunstenaar Fernand Khnopff thuis stond een buste van Hypnos, god van de slaap. Een van z’n vleugels was afgebroken, de andere had hij blauw geschilderd.


Niettemin, of juist daarom, vond Khnopff: ‘Slaap is het meest volmaakte in ons bestaan.’ Verbonden met nacht en dromen, met de kleine en de grote dood: het onderwerp liet kunstzinnige zielen nooit koud. Wie er niet een beetje lyrisch over kan doen (vroeger wilden mensen niet gaan liggen, bang om in hun slaap te sterven), raakt snel in inspiratienood. Niet zo op het waterkasteel in Gaasbeek, in de negentiende eeuw door gravin Arconati Visconti zo herbouwd en -ingericht dat het er ging uitzien als in de sprookjes.



Deze zomer zorgde directeur Luc Vanackere voor een gebeuren. Op het kasteeldomein liet hij Spencer Tunick massanaakttaferelen fotograferen in een sfeer van 'Sleeping Beauties'. Hetzelfde thema koos Vanackere voor een tentoonstelling in het kasteel – de schoonste slaapster van allemaal, vindt hij. Het kasteel als Doornroosje, door Arconati uit een lange sluimer gehaald.


De foute verleiding om er een Walt Disneyshow van te maken, wees hij van de hand. Ook het vooroordeel dat hedendaagse kunst niet past in een historisch decor, haalde hij onderuit. Een parcours met werk van achttien kunstenaars werd door Ann Geeraerts uitgetekend in het droomdecor, dat een actieve rol speelt. Heden en verleden zijn niet te scheiden.


Naakte reuzin

Slaap komt vaak niet vanzelf, ook niet in de kunst. Hans Op de Beeck fotografeerde jonge gezichten met gesloten ogen. Hij had fijne animatietechnieken nodig om ze in elkaar te laten overlopen, en hij laste meditatieve attributen in omtrent het leven en de dood. Bill Viola attaqueert een oude slaper met nachtmerries, at random afgevuurd door de computer, en monsterachtig groot geprojecteerd op de vier wanden. Even kort en hevig als elektroshocks.


Andres Serrano doorbrak de romantische versluiering van de dood-als-een-soort-slaap, en fotografeerde slachtoffers close, brutaal en gruwelijk mooi. Een mokerslag, na een wandeling langs kunstwerken die vaak het geloof in het schone van een levendige slaap in stand houden, zonder in zoeterigheid te vervallen.


De naakte reuzin in de video van Lili Dujourie, wentelend van de ene klassieke pose in de andere op de lakens. Geklemd tussen de poten van het witte paard waarvan ze droomt: een meisjeshoofd in polyester van Tobias Schalken.
Of Kelly Schachts witte neonopschrift in de zaal met oude zigeunertapijten: ‘Where the rooms are a collection of our mind.’ Het leven een droom, doorgebracht in de kamers van ons hoofd.

Nothing happens unless first we dream. (Carl Sandburg)

Sleeping Beauties wil veel meer zijn dan een voorspelbare verzameling slapende schoonheden. De tentoonstelling neemt de bezoeker mee naar een droomwereld down the rabbit hole. De expo brengt een selectie werken uit de hedendaagse kunst van de laatste dertig jaar die zich specifiek door slaap en droom liet inspireren. Naar de filosofie van het Kasteel van Gaasbeek treden de werken van grote namen en aanstormende talenten in dialoog met de romantische kasteelinterieurs. We ontmoeten slapende figuren en poëtische dagdromers, maar ook mysterieuze schimmen en beklemmende nachtmerries.
Bezoekers worden ondergedompeld in een onwerkelijke sfeer, geïnspireerd door het blauwe uur. Je komt terecht in een intermediaire wereld, die zweeft tussen dag en nacht, tussen waak en slaap. Een wereld waarin realiteit fake en dromen werkelijkheid lijken, waar de tijd vertraagt en haast tastbaar wordt.
Parallel hiermee wordt in een aantal kasteelzalen een historisch slaaptafereel geplaatst dat van op een strategische plaats de actuele expo becommentarieert en countert. Zo ontstaat een tweede rode draad die als een residu uit het verleden, als ‘verborgen verleider’ ook, naast de hoofdverhaallijn loopt.


Praktische informatie
Van 9 september tot en met 13 november 2011, dagelijks van 10u tot 18u (laatste bezoek om 17u), maandag gesloten. Tickets kosten € 7, reductie- en groepstarief: € 5, -26 jaar: € 1, gratis voor kinderen onder 7 jaar. Groepsbezoek met gids (min. 10 pers.): een rondleiding duurt 90 minuten en kost € 50.

Door Liesbeth
Bron www. knack.be

België en China zetten artistieke samenwerking op



Een Belgisch consortium onder leiding van de Vrije Universiteit Brussel heeft tijdens de prinselijke missie in China een akkoord gesloten met de Central Academy of Fine Arts (CAFA) in Peking. Dat meldt de Brusselse universiteit.


Het samenwerkingsverband behelst gezamenlijke initiatieven in alle kunsttakken, zowel in China als in België, zo luidt het. Daarvoor wordt ook een internationaal pakket studieactiviteiten georganiseerd. De samenwerking is in Peking van start gegaan met de biënnale 'Super-organism', waar werk tentoongesteld wordt van vooraanstaande Belgische (onder wie Wim Delvoye) en Chinese kunstenaars. Het consortium bestaat uit de Vrije Universiteit Brussel, de Brusselse kunstacademie La Cambre en B.A.M. Bozar. CAFA is de enige opleiding voor schone kunsten onder het ministerie van Onderwijs in China.

door Liesbeth
bron: www.knack.be

29 oktober 2011

Urban dancers palmen Arenberg in

DANSWEDSTRIJD .

Antwerps collectief Let’s Go Urban brengt ‘crews’ uit hele land samen in ‘Out of the Box’

Let’s Go Urban doet andermaal van zich spreken: in de Arenberg presenteert het Antwerpse danscollectief dit weekend de eerste Belgische urban-dancecompetitie én zet het Assepoester naar zijn hand.

. Negen ‘crews’ dansen zich dit weekend ‘Out of the Box’. Die danswedstrijd is een nieuw hoofdstuk in het succesverhaal dat Let’s Go Urban heet.

Het Antwerpse collectief dat zich specialiseert in deze aan rap en hiphop verwante dansstijl, verzamelde in korte tijd 500 leden en vond de afgelopen jaren de weg van de straat naar de grootste podia, ook in het buitenland.

“Ik ben ervan overtuigd dat urban een artistieke stroming is waar de kunstensector niet meer omheen kan”, zegt Sihame El Kaouakibi (25), spilfiguur en coach van Let’s Go Urban.

“De stijl bezit het potentieel om hoogstaande podiumkunst te bieden voor een zeer divers publiek.”

Aan de wedstrijd nemen drie Limburgse, drie Waalse, een Brusselse en een West-Vlaamse crew deel. Team Shmetta verdedigt de Antwerpse kleuren op de dansvloer. Vier groepen sneuvelen zaterdag, de vijf overblijvers dansen zondag de finale. In de internationale jury zitten de Franse wereldkampioen breakdance Lilou en de Britse hiphopexpert Ben Fury.

De winnende groep gaat aan de haal met 3.000 euro, geld dat moet dienen voor artistieke, logistieke en administratieve ondersteuning.

Assepoester

Let’s Go Urban realiseert niet alleen de eerste Belgische urban-dancewedstrijd van dit kaliber. Zondagavond danst de groep ook de première van Cinderella, an urban fairy tail, de eerste Belgische urban-danceproductie.

“Tijdens onze eerste samenwerking met de Vlaamse Opera sprak ik met balletlerares Linda Baclaine. Meteen borrelden er heel wat ideeën naar boven.

Ik hou van sprookjes, vooral van de thema’s en uitdagingen die erin zitten. We gingen aan de slag met het verhaal van Assepoester. Een team van acht jonge dansers bewerkte Prokofievs meesterwerk tot een hedendaagse dansvoorstelling. Linda was verbaasd toen ik haar als regisseur vroeg, maar ze ging de uitdaging aan om te werken met een team dat een totaal andere achtergrond heeft dan zij”, vertelt Sihame, die producer is van de voorstelling.

Out of the Box (29 en 30/10) en Cinderella (30/10), Arenbergschouwburg, Antwerpen. Alleen wie er snel bij is, kan nog een kaartje bemachtigen. Een dagticket kost vijf euro, een duoticket acht euro. Zowel zaterdag als zondag openen de deuren om 13u.

Bron: GVA - 29 en 30 oktober 2011

Gepost door: Nele

Proms: meer pluspunten dan minpunten

Sportpaleis

Eerste avond van 27ste keer muziekfestival: rapport GVA

In een volgepakt Sportpaleis is vrijdag de eerste Night of the Proms van een achtdelige reeks van start gegaan. Met enkele min- maar nog meer pluspunten.

Pluspunten

CARL: Ondanks een microfoonprobleem, dat hem zowaar tot een sprintje noopte, kwam Carl Huybrechts kwiek voor de dag. Zijn 475ste Proms-presentatie alweer, maar in tegenstelling tot vorig jaar een pak slanker. Een blauw pak dat hem sierlijk liet bewegen, meer bepaald. Huybrechts heeft woord gehouden over dat dieet. De grapjes waren ook soms dunnetjes, maar we lachten ermee, Carl.

JOHN: Coldplay doet het, George Michael doet het, en dus kon ik niet achterblijven, moet ‘mister Proms’ John Miles gedacht hebben. Met Valerie kwam er al na vijf minuten een eerbeton aan Amy Winehouse. Soulvol gebracht door Miles, die hees swingend aan Paul Michiels deed denken. Alleen wat gek dat nergens op het scherm de beeltenis van Amy passeerde.

DIV4S: Diva’s dus. “Ze zien eruit alsof ze de paus van gedacht kunnen doen veranderen”, dixit Carl Huybrechts. Vier Italiaanse volbloeden die als Perzische prinsessen het podium opkwamen. Gefluit van mannen in de zaal. Tot de dames hun keel openzetten. Toen werd het stil. Vier sopranen van Adrea Bocelli naar Antwerpen kwamen. Een streling voor het oog en het oor. Al konden de diva’s met hun versie van Bocelli’s Con te partiro niet aan het origineel tippen.

SEAL: De headliner. Toen de zwartste man op het podium op witte schoenen opkwam, wiegden de lichtjes in de zaal een eerste keer heen en weer. Kiss from a rose bracht Seal met overgave, de handen passioneel langs zijn microfoonstandaard glijdend. Hoeveel keer zou hij die hit van hem al afgehaspeld? Het leek het alsof het de eerste keer was.

PUBLIEK: Dat de Proms een publiek aantrekken dat normaal zelden of nooit naar concerten gaat, is mooi om te zien. Je herkent de ‘amateurs’ aan het onhandig zoeken naar hun plaats, aan de vaak te dikke kleren. Maar ze zorgen wel voor een gezellige, bijna studentikoze sfeer.

Minpunten

A MOEDER: Discobar A Moeder was op aangekondigd als een dj-duo dat bij wijze van opwarming het Sportpaleis op z’n kop zou zetten. Nu zagen wij bij aankomst maar weinig mensen op hun kop staan, of het moeten de twee deejays zelf geweest zijn.

SIOEN: De eerste verrassing van de avond. Vanuit het niets - of op z’n minst een maandenlange radiostilte – stond de kleine Gentenaar plots op de uitloper van het podium in het midden van de zaal, gewapend met enkel een micro en verre herinneringen aan hits. Eerst mocht hij een song uit zijn nieuw album brengen, een song die neigde naar Coldplay en wat beloofde, maar niemand tot meezingen kon bewegen. Logisch, als je weet dat de nieuwe van Sioen pas in februari uitkomt. Too much, too Sioen. Al was de pianoversie van Cruisin’ wel mooi.

MOZART: Of toch zeker de jonge acteur die Mozart parodiërend gestalte gaf in een videoclip, waarmee orkestleider Robert Groslot diende te communiceren. Niks mis met die jonge acteur, Jonas Van Geel was eerder dit jaar hilarisch als evenbeeld van onder meer Caroline Gennez in Tegen de sterren op. Maar vrijdag werkte het niet echt. De zaal stond erbij en keek ernaar. Zeker toen Jonas als zichzelf terugkeerde op het scherm, en een filmfragment uit The Shawshank Redemption inleidde. Huh? Wat was dit allemaal? Beetje verwarrennd maar wel een mooie poging om het brede publiek de kennis op te lepelen dat in veel populaire films klassieke muziek een rol speelt.

Night of the Proms, nog tot zaterdag 12 november in het Sportpaleis. Tickets en info via Sportpaleis. De show van vanavond is uitverkocht.

Zij waren er bij

Inneke uit Boom: “Seal is een fantastische zanger”

Inneke (19) uit Boom was er voor de allereerste keer bij op de Proms. Dankzij haar vriend, die op de valreep nog aan vrijkaarten geraakte.. “Tof”, klonk het bij Inneke. “Ik wist niet goed wat in van de avond moest verwachten, maar mijn vriend heeft me erover verteld. Hij kwam eerder al.Vooral de mix van verschillende muziekstijlen spreekt ons aan. En Seal natuurlijk. Ik weet heus wel dat hij naast de man van Heidi Klum ook een goeie zanger is. Alleen ken ik geen titels, sorry.”

Paul uit Heusden: “Tof om na 25 jaar terug te keren”

Paul (45) uit Heusden was er gisteren bij, welgeteld 26 jaar nadat hij er ook al was tijdens de eerste editie. “Toen was ik student wijsbegeerte. De organisatoren hadden studenten geronseld in Antwerpen, waar ik studeerde, en ik werkte mee als vrijwilliger. Ik herinner me dat er toen veel samenzang met het publiek was, iets wat nu misschien verdwenen is. Het neemt niet weg dat ik mijn dochter van 15 dit jaar graag meeneem. Zij heeft me zelfs Angie Stone leren kenen.”

An uit Brasschaat: “Beter jong dan klassiek

An (29) uit Brasschaat kwam met partner Sam naar het Sportpaleis afgezakt. Sam is al aan
zijn tiende editie toe, An is wat groener. “Op de affiche van dit jaar spreekt vooral Seal me aan”, aldus An. “Niet echt een knappe vent, maar vind het wel een erg goeie zanger. Ik vind het goed dat hij erbij is, temeer omdat er vorig jaar misschien wat te veel klassiek gespeeld werd. Een jonger publiek – waartoe ik mezelf nog reken – bedien je beter met jonge muziek.”

Bron: Kristof Bohez – Gazet van Antwerpen 29 en 30 oktober 2011

Geschreven door: Nele

De legendarische garderobe van Bobbejaan Schoepen

‘Dreamsuits’ toont country- en westernkostuums van Nudie Cohn, de kleermaker van Johnny Cash, Dolly Parton en Bobbejaan Schoepen in ModeMuseum.
Dreamsuits brengt de showbizzkostuums uit de persoonlijke collectie van Bobbejaan weer tot leven. Een eerbetoon aan de cowboys van de mode en muziek.

Antwerpen, Lichtaart

Johnny Cash, Dolly Parton en Elvis Presley zijn maar een paar namen die zworen bij de kostuums van Nudie Cohn, the Rodeo Tailer. Ook Bobbejaan Schoepen was levenslange klant en verzamelaar van Nudies ontwerpen.

Korte jasjes, brede gordels en bloemetjes van boven tot beneden op de broeknaad. Kristallen waarvan de reflectie pijn doet aan de ogen. Het ene kostuum is al even fantasierijk, delicaat geborduurd en zwaar gedecoreerd als de andere.
Allemaal vakwerk van Nudie Cohn, die op bewondering kon rekenen van iedereen die iets betekende in de country- en westernwereld. Elvis Presley, Gram Parsons, Porter Wagoner, Dolly Parton, Roy Rogers, John Wayne, Elton John, Cher, John Lennon, Steve McQueen, Johnny Cash en Bobbejaan Schoepen, om er maar een paar te noemen.

Hilfiger en Ralph Lauren

“Ook vandaag nog wordt Nudies werk gezocht en bewonderd. Hedendaagse muzikanten zoals Bobby Gillespie van Primal Scream, Mike Mills van R.E.M. en Beck, medefotografen zoals Craig McDean en modeontwerpers zoals Tommy Hilfiger en Ralph Lauren blijven geïnspireerd door zijn weergaloze ontwerpen”, vertelt de Schotse Mairi MacKenzie, curator van de Dreamsuit-tentoonstelling, die gisterenavond in première ging in het ModeMuseum, in het bijzijn van de familie Schoepen.
De Nudie-Cohn-collectie van Bobbejaan en Josée Schoepen is een van de meest uitgebreide ter wereld. De meeste stuks uit de expo zijn dan ook geleend van de Schoepens.
“Bobbejaan en Nudie waren goede vrienden. Met een gedeelde passie voor muziek schuimden ze optredens af. In Nudies atelier stonden muziekinstrumenten, waar zijn wereldberoemde klanten tijdens het wachten op konden jammen.”
Nudie gebruikte zijn designtalent niet enkel voor kleding, maar bracht ook indrukwekkende zadels, laarzen, ceinturen en tassen uit. Ook de legendarische auto, waar Bobbejaan graag mee uitpakte in zijn pretpark, is van de hand van Cohn.
In totaal werden er 18 ‘Nudies-mobiles’ uitgebracht, twee ervan waren eigendom van Bobbejaan. De auto is al even spectaculair als de andere ontwerpen van Nudie. Hij versierde de auto vooraan met horens, gebruikte revolvers als deurklinken en verwerkte ontelbare zilveren dollars in het interieur. “En als de motor wordt aangezet, krijg je het geluid van galopperende paarden te horen”, glimlacht Mairi.

New Yorkse strippers

De expositie stelt als eerste in Europa het werk tentoon van de Oekraïense ontwerper Nudie Cohn. Cohn maakte oorspronkelijk outfits voor showgirls en gedecoreerde strings voor Nem Yorkse strippers, maar werd na zijn verhuis naar Hollywood vanaf de jaren 50 vooraf bekend voor zijn typische ‘rhinestone cowboy’-stijl, die vandaag nog steeds symbool staat voor country- en westernkledij.
“Nudie combineerde verscheidende stijlen in zijn kostuums. Het ene was Mexicaans geïnspireerd, het andere had meer weg van een indianenbroek. Zijn voorliefde voor de allerfijnste details, de broderies en kristallen, komt vanuit zijn thuisland, waar hij de traditionele Oekraïense manier van decoreren in de vingers kreeg.

10.000 dollar

“Nudie was zo’n icoon in de country-westernwereld, dat het succes van een muzikant gemeten kon worden aan de hand van hoeveel Nudie-kostuums die in zijn kast had hangen. Eind jaren vijftig betaalde je algauw 10.000 dollar voor een van zijn creaties”, legt Mairi uit. Mairi begon twee jaar geleden met het verzamelen van de Nudie-kostuums. Bobbejaan leefde toen nog en kon meewerken aan de selectie van de pakken.
“Het is jammer dat hij deze expo niet meer kan meemaken. Hij was zeker trots geweest op dit eerbetoon aan zijn idool”, vertelt Mairi.

Dreamsuits. Design by Nudie Cohn, The Rodeo Tailor. Featuring the collection of Bobbejaan Schoepen loopt nog tot 12 februari in de galerie van het ModeMuseum en is gratis te bekijken.

ModeMuseum, Nationalestraat 28, 2000 Antwerpen.

Bron: Geraldine Dewart – Gazet van Antwerpen 29 en 30 oktober 2011.

Geschreven door: Nele

28 oktober 2011

Cultuur met Cowboy Henk in natuur



2012 is het internationaal jaar van het bos. Een goede aanleiding voor Arboretum Kalmthout om de bomen in de strips van Cowboy Henk in de kijker te plaatsen.
Door dat in de avonturen bossen, tuinen en bomen een vast decor is van de verhalen,
is dit een zeer belangrijk gegeven in de cartoon.
Samen met de bomen is ook het wisselen van de seiz
oenen een terugkerend element dat in vele gags wordt uitgewerkt. Ongehinderd van eerdere passages kan Cowboy Henk zowel erg blij als bedroevend worden van het vallen van de bladeren. Dit seizoen is zo inspirerend voor de bedenkers dat verschillende gags worden hergebruikt in andere tekeningen. De scenario’s zijn echter zo sterk en de grafische uitwerking zo zuiver dat het een plezier blijft er naar te kijken.


Ook is voor deze speciale gelegenheid een stripboekje ontworpen van 32 pagina’s . Deze is verkrijgbaar in het
Arboretum te Kalmthout.

Wat? Tentoonstelling ‘Cowboy Henk en de bomen’
Wanneer? dagelijks van 10u tot 17u tot 30 november ’11
Toegang? volwassenen 6 euro / kinderen tot 12 jaar gratis
Waar? Arboretum Kalmthout, Heuvel 2, 2920 Kalmthout

Cowboy Henk

Cowboy Henk is een creatie van Kamagurka en Herr Seele. De dialogen en scenario’s zijn van Kamagurka, de tekeningen van de hand van Herr Seele Hij tekent ze op grote vellen papier met een redispen in Chinese inkt. De tekstballonnen worden het eerst op papier gezet, dan volgen de personages.

De gags zijn grafisch zeer toegankelijk en vaak absurd of surrealistisch, de geest van Réné Magritte en collega’s is nooit veraf.

Artikel GVA:
Cowboy Henk strandt in Kalmthouts Arboretum

Op de bomen van het Arboretum zijn tot eind november ‘boomcartoons’ van Cowboy Henk uitvergroot te bewonderen. De cartoons zijn ook verkrijgbaar in een handig stripboekje.

“2012 is het internationaal jaar van het bos. Dat vonden we een goed idee om de bomen uit de strips van Cowboy Henk in de kijker te plaatsen”, vertelt conservator Abraham Rammeloo. “De grote cartoons blijven tot eind november buiten hangen. Het stripboekje blijft beschikbaar zolang de voorraad strekt.”
Cowboy Henk is een creatie van Kamagurka en Herr Seele. De dialogen en scenario’s worden hoofdzakelijk door Kamagurka aangeleverd. De tekeningen zijn van de hand van Herr Deele. De gags- of grappen zijn grafisch zeer toegankelijk en vaak absurd of surrealistisch.

“Cowboy Henk bestaat intussen dertig jaar”, verteld Herr Seele.
“Iedere week leveren we een cartoon aan Humo. Dat is werken met een deadline. En dat zie je ook. De mappen zijn niet altijd even geslaagd. De tekening is niet steeds even artistiek. Onze moppen zijn op niets gebaseerd. Scenario en tekening staan te dienste van de mop.”

Het houtland

“Ik was onmiddellijk enthousiast toen ik Abraham me vroeg om naar hier te komen.”, vervolgt Herr Seele in een niet volgbaar tempo. “Ik heb iets met bomen en met hout. Ik ben afkomstig uit Torhout, het houtland. We speelden tussen de bomen en filosofeerden er ook. Mensen en bomen hebben veel met elkaar gemeen. Maar een boom herleeft telkens weer, een mens niet. Waarom is dat?”
vraagt Herr Seele zich af.
“In mijn oeuvre zijn de nomen niet specifiek. Het is een denk den een loofboom, meer niet. Dat komt omdat ik ze gerbuik als metafoor. Die wortels, stam en takken daar kan je zoveel meer uitdrukken”,
vertelt Herr Seele.
Tijdens de wandeling door het Arboretum toont Herr Seele zich als een bomenkenner.
“Dat komt door mijn pianoverzameling”, verteld hij, “daarmee heb ik het belang en de karakteristieken van de verschillende houtsoorten ontdekt.”

Waterpas

De rondleiding die conservator Rammeloo had gepland, wordt een optreden van Herr Seele. Terwijl hij rondkijkt, zoomt hij in op dingen en becommentarieert ze. Hij entertaint en geniet van de reacties. “Ik hou van Engelse tuinen, maar daar zijn de paden wel beter afgewerkt dan hier”, knipoogt hij naar de conservator. Wat verder, bij een cartoon, vraagt hij Rammeloo “Hebben jullie geen waterpas? Die cartoon hangt niet recht. Als je vreemde elementen in de natuur wil brengen, moet je dat strak doen. Dat geeft meer contrast.” En bij een herfstcartoon organiseert hij zelf een scene voor de fotografen, inclusief iemand buiten het beeld die voor vallende bladeren zorgt.

En dan besluit hij toch ernstig.
“Deze tentoonstelling tussen bomen geeft iets heel bijzonders. Je stapt van cultuur naar natuur. Dat is een primitief gegeven. Daarin komt alles zo veel beter tot zijn recht.”


Naar aanleiding van deze tentoonstelling is er een speciale uitgave waarin de ‘boom-cartoons’ van cowboy Henk verzameld zijn. Niet enkel de paginagrote gags, maar ook de grappen van één enkele strook zijn samengebracht. Voor het eerst worden er zelfs enkele zwart-witpentekeningen gepubliceerd. Het boekje is te koop in de cadeau- en boekenshop van Arboretum Kalmthout en kost 5 euro. “
Met de opbrengst ervan gaan we drie nieuwe Cowboy Henk banken kopen om het Arboretum te plaatsen”, zegt conservator Abraham Rammeloo.
Herr Seele vindt de bundeling van de boomcartoons een mooie vondst.
“Zo per thema is het echt schitterend”.

Bronnen:

Door Lies Geerts