8 november 2011
NEVERMIND DE KUUB
Student K.H.Kempen? Dan betaal je slechts 8 euro in plaats van 12 euro voor dit minifestival! Koop als de bliksem je ticket bij Campinia Media op de Turnhoutse campus.
De jonge beloftevolle groep Geppetto & The Whales openen de eerste editie van Nevermind de kuub, een nieuwe avond vol eclectische en spannende muziek. Geppetto & The Whales halen hun inspiratie uit bands als Bon Iver, Fleet Foxes en Mumford and Sons. Een nieuwe Belgische muziekhype in wording!
School is Cool stormde in 2010 de Belgische rockscene binnen als winnaar van Humo’s Rock Rally. Hun eerste single, ‘New Kids in Town’, stond zeven weken op de eerste plaats van De Afrekening. Deze zomer werkte de groep de debuutplaat af met Reinhard Vanbergen (Das Pop) aan de mengtafel. School is Cool brengt energieke indierock die live als een bom inslaat en doet denken aan een crossover van de Pixies en de Beatles. "Het is jong, fris, nieuw, aanstekelijk en brengt vooral zoveel plezier met zich mee. De enorme chemie tussen de bandleden is vanaf het eerste nummer zichtbaar". (VPRO 3voor12)
Tinariwen bracht de rock van de Touaregh naar een groot publiek, Tamikrest overklast die typische woestijnblues dankzij invloeden uit de reggae en de funk. Tamikrest brengt hypnotiserende en intense rock met broeierig gitaarspel, stuwende percussie en exotische vocalen. Dit is zoveel meer dan wereldmuziek, dit is pure muziek recht uit het hart, op het scherp van de snee. Deze zomer verscheen hun tweede album dat zowel in Mojo als in Songlines een topscore kreeg.
Afsluiten doen we in stijl met miX&dorp alias Jan Mittendorp, die blues nieuw leven inblaast dankzij funky beats en samples. Na Sziget festival in Hongarije en Dranouter nu te zien in uw kuub.
6 november 2011
“ Pompoenen in Kasterlee ? Nee, da kan nie ?! “
“We beginnen met een zaadje, een zaadje, een zaadje in een gaatje, een gaatje in de grond, me ne gieter goe begieten, van de zon laten genieten, dan blijft da goed gezond, ja dan blijft da goed gezond!” (Pompoenenlied)
Je kent hem wellicht wel, Juul Kabas. Bij ons is hij de man die elke pompoen in Kasterlee groeien kan. Met zijn optreden gaat onze pompoenmarkt jaarlijks van start. Ook dit jaar, op 31 oktober, was dit niet anders. Naast zijn optreden stonden er nog tal van andere activiteiten op het programma. Van ’s ochtends vroeg tot een stuk in de avond deed Kasterlee zijn naam van ‘dorp der pompoenpapeters’ weer alle eer aan. Je kon er al vroeg op de dag over de koppen lopen. Het mooie weer lokte duizenden bezoekers naar het centrum om daar mee te genieten van talrijke attracties.
Voor dit hele gebeuren werden toeschouwers in de watten gelegd. Zij kregen bij het binnenkomen een bonnenkaart voor maar liefst 3euro. Hier kon men verschillende lekkernijen mee afhalen. De wel bekende pompoensoep, het lekkere ‘pompoenbier’, de overheerlijke ‘Kastel’ en de enige echte ‘witte madam’. Deze laatste 3 zijn sinds enkele jaren een onze streekbieren geworden. Ook kinderen konden een rondje op de paardenmolen maken, een ritje met de pompoenkoets of gezellig gaan spelen in het ballenbad ‘de Putten’.
Tevens zorgt de gemeente ook elk jaar voor een pompoenweging 'de zwaarste pompoen'. Voor de deelnemers onderling is dit vaak een spannend moment. Doorheen de jaren is deze wedstrijd uitgegroeid naar deelgemeenten, steden en ondertussen zijn er deelnemers aanwezig die gevestigd zijn over heel België. Dit zorgt natuurlijk voor een echte strijd om de titel in Kasterlee te houden. Het zag er naar uit dat dit jaar de titel naar Jonas De Swert uit Baal zou gaan met een pompoen van 527,5kg. Naar het einde toe trokken de jongens van het ‘kastelse pompoengenootschap’ de hoofdprijs naar zich toe. Leo Cuypers uit Kasterlee had een pompoen van 585 kilo, maar uiteindelijk had Nick Gladines de hoofdprijs gewonnen door zijn pompoen die de weegschaal liet overslaan naar 592 kilo. Deze pompoen had eerder ook een tweede plaats behaald op het Belgisch kampioenschap in Duisburg. Toen woog de pompoen nog 605,5kilo.
Pompoenschieten
Eerder deze maand kon men mee genieten van het eerste Belgische kampioenschap pompoenschieten. Het werd een echte voltreffer door de acht katapulten die naast elkaar stonden om zo ver mogelijk te schieten. De meest ambitieuze deelnemers schoten een pompoen in het maïsveld dat zich achter het eigenlijke schietterrein bevond. Andere teams concentreerden zich voor elke poging, al vlogen de eerste pompoenen soms de verkeerde richting uit. Een landmeter noteerde de afstanden die de weggekatapulteerde pompoenen afgelegd hadden. Intussen konden ook kinderen zich samen met een clown amuseren door ook kleine pompoentjes weg te schieten. Met ook hier weer een paar duizend toeschouwers waren de organisatoren best tevreden.
De pompoenen moesten er echt aan geloven. Een ploeg ‘De Torsers’ genaamd, afkomstig uit Bikschote waar elk jaar het Europees Kampioenschap plaatsvindt, werden als grote favorieten beschouwd. Bij hun eerste schoten vloog hun pompoen tot 109 meter ver. Maar ook zij moesten aan de echte Kasterleenaren geloven die een schot van 121 meter ver trotseerden. Tussen elk schot door sleutelden alle ploegen aan de mechaniek van de katapulten. Bij het tweede schot werd het een nek aan nek race tussen de deelnemende ploegen. Uiteindelijk wisten ‘De Torsers’ het af te maken met een schot van 231 meter.
Vandaag, 6 november, werd heel het pompoengebeuren afgesloten met een pompoenregatta. Een traditie die is opgestart in 2008 en die nog steeds een echte voltreffer is. Dit initiatief werd opgestart door het Kastelse Pompoengenootschap en de Kastelse Kayak Klub, met de steun van de dienst Toerisme Kasterlee.
Ook vandaag was er een massale opkomst van deelnemers en toeschouwers die van overal in Beglië naar Kasterlee dorp afzakten.
De deelnemers schreven zich met een ploeg van 5 personen in. Ze werden door de organisatie in verschillende categorieën geplaatst en namen met 5 ploegen tegelijk deel aan de wedstrijd. De deelnemers van elke ploeg namen om de beurt plaats in een uitgeholde pompoen, die eerder gebruikt was op de weging van de pompoenmarkt. Op deze manier probeerde deelnemers zo snel mogelijk rond de 2 boeien te varen. Dit deed men tot iedereen van het team één maal gevaren had. De snelste tijd werd neergeschreven en hoofdprijzen werden verdeeld onder de verschillende categorieën. De afstandstijden liepen op tussen de 7 minuten en de 15 minuten.
Na deze afsluiter kan men in Kasterlee weer uitkijken naar volgend jaar, een nieuwe pompoenmaand !
Geschreven door: Lore Van Gorp
Nederlands jazzfestival is failliet
The Hague Jazz is in het leven geroepen als vervanger voor het bekende North Sea Jazz Festival, dat in 2006 van Den Haag verhuisde naar Rotterdam.
The Hague Jazz, dat plaatsvindt in juni, beleefde dit jaar zijn zesde editie. Grace Jones, Macy Gray en George Clinton waren de bekendste namen op de affiche.
Duivel ontdekt in beroemde fresco van Giotto
Het hoofd van de duivel is verstopt tussen wolken aan de bovenkant van een fresco. Het kon acht eeuwen lang onontdekt blijven doordat het vanaf de grond vrijwel niet te zien is. Na de aardbeving van 1997 in Umbrië werd begonnen met een restauratie van de basiliek zodat restaurateurs dichterbij kwamen.
Kunsthistorici zijn het niet eens over de betekenis van de ontdekking. Sergio Fusetti, die de restauratie van de basiliek leidt, denkt dat Giotto (1267-1337) een grap heeft gemaakt door een duivel met hoorns te schilderen met de gelaatstrekken van iemand die hij niet mocht. Maar de ontdekker van de duivel, Chiara Frugoni, denkt dat de afbeelding best serieus bedoeld kan zijn. Zij wijst op het middeleeuwse geloof dat ook in de hemel demonen wonen die de hemelvaart van de zielen van overledenen moeten tegenhouden.
5 november 2011
8 producten ontvangen dit jaar het exclusieve Henry van de Velde Label
Het Henry van de Velde Label is een kwaliteitslabel voor Vlaams design. Geselecteerde producten mogen het label dragen zolang ze in productie zijn. Het label erkent de authenticiteit, vernieuwing, creativiteit, afwerking en meerwaarde van het product en garandeert zijn kwaliteit naar het grote publiek toe. Aan de toekenning is geen geldprijs verbonden, het is een bekroning van de visie van de ontwerper en de producent.
De jury kreeg de opdracht om een strenge keuze te maken in de 114 producten die dit jaar meedongen voor een label. Na twee selectierondes werd uiteindelijk besloten om een Henry van de Velde Label toe te kennen aan:
1. Doutreligne 7, vleugelpiano, GBO Design voor Piano's Maene
2. Deseo, room controller, Klaas Arnout en Sandra Maes voor Basalte
3. BuzziBooth, akoestische cocon & werkplek, Alain Gilles voor BuzziSpace
4. Multiple, bijzettafel, Raphaël Charles (Raphaël Charles Studio)
5. Scotty, inbouwspot – led, Couvreur & Devos voor Modular
6. Knijper, wasspeld, Enthoven Associates voor Moerman
7. Cyclo, tapijt, Christophe Vervaeke voor Papilio (Prado Rugs)
8. Hopper, tafel, Dirk Wynants (DW²) voor Extremis
Deze 8 producten mogen voortaan het label voor kwaliteitsdesign dragen wanneer ze vermarkt worden. Het label is uiteraard ook een promotiemiddel voor de ontwerpers en bedrijven, die nu met trots hun streven naar originaliteit en perfectie kunnen uitdragen.
De jury van de Henry van de Velde Labels wordt steeds samengesteld met professionelen met een grote ervaring en vakkennis. Dit jaar bestond de jury uit Nicolas Block (zaakvoerder King George), Hilde Bouchez (docent Sint-Lucas Departement Architectuur), Laure Capitani (coördinator Wallonie-Bruxelles Design/Mode), Anne Decruy (interieurarchitecte en zaakvoerster ’t Casteelken), Chris De Roock (directeur Economisch Departement Fedustria), Klara De Smedt (manager Designcenter De Winkelhaak), Liesbeth Longueville (designcoördinator Flanders InShape), Giovanna Massoni (freelance designjournaliste en consultant), Pierre Misseghers (zaakvoerder Cargo en organisator Ouverture), Fátima Pombo (docent Sint-Lukas Brussel en K.U.Leuven), Dany Snokx (projectdirecteur Humin en docent MAD-faculty), Wouter Ulburghs (Innovatiemedewerker OVAM), Kurt Vanbelleghem (curator en uitgever) en Guy Vermeirsch (zaakvoerder ’t Huis van Oordeghem). Johan Valcke, directeur van Design Vlaanderen, zat de jury voor.
De Henry van de Velde Labels zullen toegekend worden tijdens dé designmanifestatie van het jaar, de uitreiking van de Henry van de Velde Awards & Labels in zaal De Schelp van het Vlaams Parlement. Die feestelijke ceremonie zal plaatsvinden op 17 januari 2012. De Henry van de Velde Awards & Labels worden uitgereikt door Kris Peeters, Minister-President van de Vlaamse regering. De uitreiking is een exclusief evenement, enkel toegankelijk voor genodigden. Daarna kan het grote publiek de gelabelde producten nog bekijken in de bijhorende tentoonstelling in zaal De Loketten, de prestigieuze tentoonstellingsruimte van het Vlaams Parlement.
Gepost door : Lise Pauwels
Bron: Design Vlaanderen
Nieuwe nummers Amy Winehouse uitgelekt
Op het album staan twaalf nummers. Winehouse zingt onder meer over slippertjes van haar ex Blake Fielder-Civil en haar strijd met drank en drugs. Ook het duet met Tony Bennett, 'Body & Soul', staat op de plaat. Dat was naar verluidt de laatste opname die Winehouse maakte.
Twee nummers die evenwel nog niet vrijgegeven waren, zijn nu toch al uitgelekt. Het gaat om ‘Our Day Will Come’ en ‘Like Smoke’, een samenwerking met Nas.
Het album 'Lioness: Hidden Treasures verschijnt op 5 december. Van elk verkocht exemplaar wordt een pond overgemaakt naar de Amy Winehouse Foundation. Met die stichting, die Mitch Winehouse ter nagedachtenis van zijn dochter oprichtte, moeten jongeren met verschillende problemen worden geholpen.
Winehouse overleed op 23 juli op 27-jarige leeftijd aan de gevolgen van overmatig drankgebruik.
Broers Dardenne wel, Rundskop niet genomineerd voor Europese Oscars
Kobe Ilsen verkoopt nog 30 stuks extra van vals kookboek
Om voor zijn consumentgerichte programmaVolt na te gaan in hoeverre een bekend gezicht een kookboek doet verkopen, liet Kobe Ilsen zijn redactie een aantal gezonde en snel-klaarrecepten in elkaar draaien. Amateurkok Ilsen ging daarna zitten voor een fotosessie en liet zich uitgebreid bij 'zijn' gerechten fotograferen. De kers op de taart werd een cover waarop een vastberaden Kobe Ilsen twee joekels van koksmessen kruist. Met zijn Koken met Kobe trok Ilsen op de eerste dag van de Boekenbeurs naar Antwerpen. Hij installeerde zich achter een signeertafel en jawel, het werkte. Een 25-tal kookliefhebbers liet zich verleiden en telde 14,95 euro neer voor het boek.
Tijdens de Volt-uitzending van woensdag meldde Ilsen op het einde van zijn al met al geslaagde reportagetest dat al wie zich in het ootje genomen voelde, zijn boek aan de VRT kon terugbezorgen en meteen zou worden terugbetaald. Hij vermeldde er tegelijk bij dat Koken met Kobe wel eens een collector's item zou kunnen worden en dat de opbrengst sowieso naar de nieuwe Music for Life-actie zou gaan.
Terugbetaling blijft mogelijk
Navraag leert dat er gisteren bij de VRT nog geen enkele klacht omtrent het nepboek is binnengekomen en dat ook nog niemand zijn centen heeft teruggeëist, wel integendeel. De avond van de live uitzending zelf, verkocht Ilsen nog eens 30 boeken aan het publiek in de studio.
Daarmee is volgens Eén de verkoop - en de test van Volt - definitief afgerond. Het boek is niet meer verkrijgbaar, alleen zullen mogelijk nog enkele overblijvende exemplaren worden geveild ten voordele van Music for Life, het komende eindejaar.
Bron: www. nieuwsblad.be
door: Liesbeth
Sagalassos, City of dreams
De antieke stad Sagalassos ligt in het zuiden van Turkije, 120 kilometer ten noorden van Antalya. Oude culturen zoals Grieken en Romeinen drukten hun stempel op de ontwikkeling van de stad. Een periode van ongeziene bouwactiviteit en welvaart startte tijdens de regering van keizer Augustus (27 v.Chr. 14 n.Chr.) en ging verder tot in de vijfde eeuw. De motor achter deze groei was een ambitieuze en erg progressieve lokale elite. De visionaire elite droomde niet alleen van een succesvolle toekomst voor haar stad maar slaagde er ook in die droom te verwezenlijken. Zo voorzag ze de stad van talloze monumentale gebouwen en voorzieningen waarvan de hele bevolking kon meegenieten. Sagalassos werd een attractieve metropool die boven zichzelf uittorende. Maar in de zesde eeuw na Christus sloeg het noodlot toe: een pestepidemie en twee zware aardbevingen brachten Sagalassos tot op haar knieën en de stad bloedde langzaam dood.
De afgelegen locatie, hoog in de bergen, en een metersdikke erosielaag beschermden de resten van de stad tegen plundering en verval. Sagalassos bleef daardoor uitzonderlijk goed bewaard. Het is de droom van elke archeoloog om zon site te onderzoeken. Prof. dr. Marc Waelkens (KU Leuven) maakte er zijn levenswerk van. Sinds 1990 voert zijn onderzoeksteam er baanbrekende archeologische opgravingen uit. De site is uitgegroeid tot een klein dorp, waar elke dag zo'n 180 arbeiders, wetenschappers en studenten aan het werk zijn. Heel wat gebouwen zijn inmiddels vakkundig heropgebouwd. De grote kracht van de ploeg is haar interdisciplinaire karakter: archeologen werken er zij aan zij met technische tekenaars, geologen, plantkundigen en topografen.Het museum volgt het al jarenlang op de voet.
Unieke, eenmalige overzichtstentoonstelling
De eer is aan het Gallo-Romeins Museum in Tongeren, dat deze lente werd bekroond als Europees Museum van het Jaar. Er worden meer dan 200 stukken tentoongesteld, van prehistorische werktuigen en aardewerken schalen tot bronzen standbeelden en versierde zuilkapitelen.
Het Gallo-Romeins Museum, de provincie Limburg en prof. dr. Marc Waelkens bouwden uitstekende contacten op met de Turkse overheid waardoor heel wat topstukken Turkije uitzonderlijk mogen verlaten om in Tongeren tentoongesteld te worden. Het museum kreeg de eer om de allereerste overzichtstentoonstelling ooit over Sagalassos te presenteren. Het is de enige plaats buiten Turkije waar zoveel unieke restanten van Sagalassos eenmalig zullen kunnen bewonderd worden.
Topstukken in beklijvende setting van Guy Joosten
Internationaal gerenommeerd operaregisseur Guy Joosten verpopt voor deze unieke gelegenheid tot tentoonstellingsmaker. Joosten begon zijn carrière als theaterregisseur en artistiek leider van de Blauwe Maandag Compagnie. Later trok hij naar Nederland, Duitsland en Oostenrijk om daar te regisseren. In 1991 maakte hij de overstap naar opera. Hij regisseerde al in de operahuizen van Amsterdam, Genève, Hamburg, Helsinki, Kopenhagen, Londen, Wenen en New York. Hij zorgt er vooral voor dat de expo een betekenisvolle ervaring wordt die beklijft en dus lang zal bijblijven.
In de tentoonstelling komen bezoekers alles te weten over de turbulente geschiedenis van de stad en beleven ze de magie van de afgelegen plek, hoog in het Taurusgebergte. Ze begrijpen waarom de stad uitgroeide tot een metropool met monumentale tempels en publieke gebouwen, sierfonteinen, een reusachtig badcomplex en een theater. Blikvangers zijn dan ook allerhande architectuurfragmenten zoals de rijkelijk versierde friezen en kapitelen. Pronkstuk is het mooiste portret van keizer Hadrianus dat ooit gevonden werd. Het volledige standbeeld van de keizer was origineel bijna vijf meter hoog. Het stambeeld is gemaakt uit wit marmer dat in 2007 werd blootgelegd.
Maar ook het dagelijks leven van de stadsbewoners komt aan bod. Getuigen hiervan zijn prachtig vaatwerk, allerhande godenbeeldjes, juwelen, munten en erg mooie glazen flesjes. In totaal toont het museum bijna 250 topstukken.
In de tentoonstelling wordt ten slotte heel wat aandacht geschonken aan het wetenschappelijk onderzoek. Het stereotiepe beeld van de archeoloog die met schop en borstel in de aarde zit te wroeten, is reeds lang achterhaald. In Sagalassos strijkt elke zomer een professionele crew wetenschappers neer uit de meest diverse disciplines. De bezoeker ontdekt dankzij welke wetenschappelijke technieken de archeologen erin slagen de stad te reconstrueren en een beeld op te hangen van het verre verleden.
Bronnen: http://www.erfgoedceltongeren.be/events.php?newsno=301&lang=NL&catid=7
http://www.cobra.be/cm/cobra/expo/111021-sa-sagalassos-expo
http://www.galloromeinsmuseum.be/index.php
Door: Liesbeth
Keri Smith//Warning: After reading you may begin to live more recklessly
Eerste conventie koortdansers vindt plaats in Brussel
In het weekend van 5 en 6 november vindt de eerste conventie voor koorddansers in België plaats op de site van Tour & Taxis in Brussel, in het kader van de dertigste verjaardag van de Brusselse circusschool. Dat heeft de school bekendgemaakt.
Zaterdagavond wordt ook de eerste school voor koorddansen, het Centre européen de funambulisme, ingehuldigd. Het speelterrein voor liefhebbers van het koorddansen en de circuskunsten omvat een dertigtal kabels, die van 50 centimeter tot 8 meter boven de grond horizontaal of schuin opgespannen zijn. Dit binnen een oppervlakte van 5.000 vierkante meter.
De circusschool organiseert ook de 25e conventie voor het jongleren, waar vijfhonderd jongleurs van over de hele wereld op afkomen. Het hele weekend lang kan het grote publiek kennismaken met dergelijke circuskunsten door activiteiten en ateliers op het terrein van Tour & Taxis.
Zondag wordt het weekend afgesloten met een grote finale op de Grote Markt in Brussel. Om 13 uur demonstreren jongleurs er allerlei kunsten, waarna om 16 uur dertig acrobaten op koorden boven het plein dansen.
Bron : Knack
Gepost door : Lise Pauwels
Music was my First love and it will be my last music of the future music of the past
Eigen Recensie
Onder deze elle lange titel presenteren Otto-Jan Han en Stijn Van de Voorde hun eerste theater tour door Vlaanderen. In deze show bundelen ze hun kennis en ervaring over muziek. Je moet geen alledaags theater stuk verwachten, maar eerder een spontane voorstelling waar alles toeval lijkt te zijn. Buiten de lange teksten wordt er ook gebruik gemaakt van diavoorstellingen, video en muziek. Deze laatste mocht toch meer aanbod komen, een muziekje om een situatie te onderstrepen was misschien af en toe op zijn plaats geweest.
De twee presentatoren zoeken de nodige interactie met het publiek doormiddel van teasing. Zoals hoe je een show memorabel moet maken: je neemt een fles River cola en meel, spuit de ene leeg over het publiek en als afwerking gooi je meel over. Deze show vergeet je nooit meer.
Al een geluk dat de twee zich toch hebben kunnen in houden en dat het publiek droog de zaal heeft kunnen verlaten. Toch konden ze het niet laten om een iemand van het publiek in de maling te nemen.
Over de show
Otto-Jan Ham en Stijn Van de Voorde houden van muziek. Ze zijn (samen) al meer dan 20 jaar professioneel bezig in de muziekwereld (Studio Brussel / MTV), maar al hun zakgeld gaat nog steeds integraal naar cd's, cassettesingles en exclusieve 10” maxi vinyls.
In 'Music was my first love...' vertellen Otto-Jan en Stijn het échte verhaal van 'de muziek'. Op HUN manier. Dankzij exclusieve interviews en ontmoetingen met wereldsterren (U2, Coldplay, Metallica, Lady Gaga, Oasis, Red Hot Chili Peppers, Green Day...), spectaculaire backstage-ervaringen en uitgebreide onderzoeksjournalistiek is hun kijk op de wondere wereld van de muziek net iets verrassender, juister en geestiger. Bereid je voor op een onthullende voorstelling met semi-wetenschappelijke analyses, boeiende nieuwe inzichten en ... muziek.
* Otto-Jan en Stijn presenteerden op Studio Brussel samen programma's als De Eburonen, Coach Kenneth en Been There, Done That. Ze trokken enkele jaren geleden in het spoor van Anthony Kiedis (Red Hot Chili Peppers) door de jungle van Borneo, op zoek naar koppensnellers.
* Otto-Jan werkte enkele jaren in Amsterdam, voor MTV Nederland. Hij deed televisiewerk voor Ketnet en De Zevende Dag. Daarnaast presenteerde hij op Studio Brussel programma's als 'Brussel Vlaams', 'One Night Stand', 'Last Minute' en 'Kvraagetaan'.
* Stijn Van de Voorde werkt tegenwoordig als eindredacteur voor Studio Brussel. Hij presenteerde programma's als 'Stijn Van de Muziek', 'De Sample Minds', 'Kvraagetaan', 'John, Paul, Ringo & George', 'Que Pasa?', 'Studio Antarctica' en 'Seks, Drugs & Rock n' Roll'. Begin 2011 kwam 'Listomania' uit via Borgerhoff & Lamberigts, zijn boek over ... muziek.
Tour data
Zat 26-11-11 CC ’t Getouw Mol 014 33 09 00
Din 29-11-11 30CC Schouwburg Leuven 016 30 09 00
Don 01-12-11 CC De Mol Lier 03 488 06 79
Bronnen: www.musicwasmyfirstlove.be
Door: Liesbeth
Interview: Tom Waits heeft vertrouwen in de toekomst
TIM ADAMS
‘Vroeger dacht ik dat je pas vanaf drie uur ’s nachts een goede plaat kon opnemen’, zegt Tom Waits, met de samenzweerderige, versleten, gekwetste stem die nog
altijd voor die vroege uurtjes gemaakt lijkt. ‘De eerste keren dat ik naar de studio ging, wachtte ik altijd tot de kroegen gesloten waren.
Dat was het moment waarop het moest gebeuren. En dat heeft een poosje gewerkt, veronderstel ik. Maar nu geloof ik er niet meer
in. Ik weet nu dat het ook anders kan.’
Waits zit in de achterkamer van een café in de buurt van Santa Rosa, het stadje waar hij woont en waar de industriële landbouw ten noorden van San Francisco overgaat in de wijnstreek. Zowat elke bezoeker sinds Ulysses S. Grant, de generaal uit de Amerikaanse burgeroorlog die hier volgens de overlevering een toespraak hield op een balkon, half uitgekleed na een amoureuze ontmoeting op zijn weg naar boven, heeft een dollarbiljet aan het plafond gespeld.
Niemand is zo wanhopig geweest er eentje af te halen. De jukebox speelt country en Waits luistert met een half oor, als een slapende hond die geen geluid mist. Soms stopt hij met praten om een stukje van een cowboymelodie mee te grommen.
We hebben het over zijn nieuwste plaat, Bad as me, nummer 18 , en zijn kersverse gewoonte, op zijn 61ste, om vroeg in de ochtend naar de studio te gaan.
‘Ik wil er zijn voor iemand een muzikaal idee gehad heeft’, zegt hij. ‘Ik wil zien wat de mensen doen als ze de kamer binnenkomen en dus moet ik wachten en klaar zijn.’
Het is begrijpelijk dat hij scherp wil staan, want op Bad as me spelen legenden mee als Keith Richards,basgitarist Flea (Red Hot Chili Peppers) en de extravagant begaafde Marc Ribot.
Op een van de tracks zingt Waits een duet met Richards. ‘I’m the last leaf on the tree’ krassen ze samen en bijna geloof je dat het einde der tijdennabij is.
Zo bekeken zou je in de verleiding komen te denken dat dit een oude Tom Waits is, de laatste rechte lijn voor de aankomst. Maar eigenlijk heeft hij altijd geflirt met het idee de laatste overlevende te zijn. Op zijn eerste album, Closing time, dat hij opnam toen hij 24 was, had hij al de kapotte stem van iemanddie alles overleefd heeft dat het leven en de liefde hem toe hebben geslingerd. De verschillende petjes die hij als artiest gedragen heeft (de tooghanger die het cafésluit, de Amerikaanse zwerver, de schooier) suggereerden dat hij de ervaring van ettelijke harde levens achter zich had. Nu nadert hij eindelijk de leeftijd die hij in zijn fantasie altijd heeft gehad.
Voelt het zoals hij had gehoopt?
Hij produceert zijn keellachje. ‘Het is het klassieke verhaal. Toenik jonger was, wou ik ouder zijn.
Nu ik ouder ben, weet ik het niet meer zo zeker.’ De laatste track van het album gaat over de dood.
Is hij daar mee bezig? ‘Tja, dat zal wel’, zegt hij. ‘Maar die song is gewoon begonnen als een riff, wat rijmen, wat spelen, “Like a jail door closing, like a male whore
dozing...” ’
Van het een komt het ander, het vrij associëren leidt hem naar vreemde waarheden waarin hij gaat geloven. Een andere bron van verrassingen is zijn eigen stem. Schokt die verschroeide klank hem nooit? ‘James Stewart zei dat hij gestopt was met filmen omdat hij zichzelf zo oud vond op het witte doek.
Ik ben meer de vent die zegt: ik zie er verschrikkelijk
uit, maar ik ben benieuwd wat ervan komt.’
Overjas en hoed
Wat eigenlijk als een podiumact begon – de ultieme verwarde crooner – is een compulsieve karikatuur geworden en uiteindelijk een meer dan levensgrote persona die hij kan gebruiken als het hem zint. Maar ik vraag me af waarom hij als jongen in het zuiden van Californië zo graag ouder wou zijn dan hij was.
‘Waarschijnlijk omdat ik wist dat ik mijn eigen vader zou moeten zijn’, antwoordt hij. ‘Ik had rijpheid en leiding nodig en daar moest ik zelf voor zorgen. Ook al betekende het dat ik een overjas moest aantrekken, een hoed opzetten en in de spiegel kijken en mijn ogen half dichtknijpen.
Dat is niet zo ongewoon voor een kind uit een gebroken gezin.’
Dat laatste lijkt een essentieel geven uit Waits’ in veel opzichten mythische achtergrond. (‘Ik werd verwekt op een nacht in april 1949
in het Crossroads Motel in La Verne, tussen de gebroken fles Four Roses, de smeulende Lucky Strike, de rest van een broodje tonijn...’ enzovoort).
Hij was tien of elf toen zijn vader – een leraar Spaans die graag met zijn zoon van Los Angeles naar Mexico reed om naar de kapper te gaan en naar mariachimuziek te luisteren – de deur uit liep en nooit meer terugkwam. Waits heeft ooit in een interview gezegd dat hij van het ene op het andere ogenblik door vaders geobsedeerd was. Hij ging zijn vriendjes thuis opzoeken, niet voor hen maar om bij hun vader rond te hangen. Op zijn twaalfde liep hij rond met de wandelstok van zijn grootvader, droeg hij een vilthoed (de hoeden zijn gebleven), schraapte hij zijn keel en maakte hij praatjes met de vaders van zijn vrienden: ‘Hoe lang ben je eigenlijk al bij de firma, Bob?’
Dat die zoektocht naar volwassenheid hem naar de muziek zou leiden, was een natuurlijke evolutie.
Hij heeft zijn jeugd een keer beschreven als ‘voor een jukebox knielen en tot Ray Charles bidden’.
Hebben ze elkaar ooit ontmoet? ‘Nee, ik heb Ray nooit gekend, maar ik heb wel een keer zijn hand geschud op een luchthaven.
Dat was voor mij een heel intens moment. Hij had een angstaanjagende entourage, allemaal mannen met walkietalkies.
Als een president op stadsbezoek. Op de ene of andere manier geraakte ik tot bij Ray en ik greep zijn hand.
Het leek het grootste wat ik ooit had vastgehouden, die enorme hand. Ik kneep erin en ik zei: “Dank je, Ray, bedankt voor alles.” ’ Hij pauzeert even, kijkt scheef. ‘Voor hem zal het wel niet zo intens geweest zijn. Maar dat was ook de bedoeling niet.’ Waits heeft nooit mainstream ambities gehad zoals Ray Charles, maar toch hebben weinig artiesten een zo vurig gevolg. Overkomt het hem dat onbekenden zijn hand drukken? ‘Sommige mensen willen dat je het weet’, zegt hij.
‘Voor hen zal het wel intens zijn. Maar het rare aan dit leven is dat je de ene helft van de tijd je best doet opdat ze naar je zouden luisteren, en de andere helft hoopt
dat ze je met rust laten.’
Zuiplap
In het begin leidde Waits het leven dat de meeste van zijn songs beschrijven. Hij trad op in clubs, woonde in goedkope motels en pensions in LA, sliep af en toe in zijn ’55 Buick.
Hij geeft toe dat hij in zekere zin het ontwortelde leven van zijn vader wilde nabootsen.
Dat spook verjaagde hij voor een groot stuk met Franks Wild Years, zijn musical uit 1987 waarin de gelijknamige held het ouderlijke huis in brand steekt
(Waits vader heette Jesse Frank Waits, naar de gebroeders James, de bandieten). Het ruige leven kon niet blijven duren. ‘Ik geloofde echt dat dronken zijn amusant en op een heerlijke manier Amerikaans was. Maar een zuiplap zijn is niet leuk. Uiteindelijk zei ik tegen mezelf dat het tijd was om met die flauwekul te stoppen.’
Daartoe kreeg hij de kans, toen hij zijn huidige vrouw leerde kennen, Kathleen Brennan. Dat was in 1980, op de set van Francis FordCoppola’s One from the heart. Hij schreef de muziek, zij werkte aan het scenario. Een paar maanden later trouwden ze om een uur ’s nachts in de Always ForeverYours Wedding Chapel in LA.
Zijn leven veranderde op slag. Ze verhuisden naar de boerderij in Santa Rosa. Hij veranderde van platenmaatschappij, om zijn muzikale vrijheid te beschermen. Ze begonnen samen songs te schrijven en brachten drie kinderen groot.
Brennan, Waits’ zusterziel en zijn muze, moedigde hem aan in zijn zoeken naar de meer ontregelde sound die zijn loopbaan haar avontuurlijke lange adem heeft gegeven. ‘Ik denk dat iedereen onverzoenlijke muzikale verschillen heeft. Het is zoals een fuif geven: je nodigt mensen uit en bent bang dat ze elkaar niet zullen mogen. Zo gaat het ook met muziek – delen van je muzikale psyche ontmoeten elkaar nooit.
Mag je ze wel samenbrengen? Ik dacht vroeger dat ik ze beter gescheiden hield, nu gooi ik alles samen en zie ik wat er gebeurt.’
Witte papieren hoesjes
De eerste samenwerking met zijn vrouw, het door de kritiek bejubelde, triomfantelijk dissonante Swordfishtrombones, was Waits keerpunt. Sindsdien blijft hij zichzelf opnieuw uitvinden. Hij zegt dat Brennan hem eerst aan nieuwe invloeden blootstelde.
‘Haar platencollectie en haar bibliotheek waren indrukwekkend.
Toen ik haar leerde kennen, plakten mijn platen aaneen van dekaas en het haar en de olie en de
viezigheid. De hare zaten niet allen in hun hoezen maar ook nog in die witte papieren hoesjes. Dat was al een revelatie op zich.’
Sindsdien doen ze zowat alles samen (‘Zij wast, ik droog’, zegt Waits over de manier waarop ze songs schrijven). Het familiebedrijfje is uitgebreid met hun tweede zoon, Casey, die op jongste platen drumt. In een sentimentele klacht op het nieuwe album zingt Waits dat hij ‘alles heeft opgegeven voor de planken’.
Het leuke is de dubbele bodem: hij zingt het terwijl hij goed weet dat hij ontsnapt is aan het lot dat hij beschrijft.
Heeft hij tevredenheid nooit als een bedreiging voor
zijn creativiteit aangevoeld?
Hij wacht even, lacht. ‘Net toen je dat vroeg, speelde de jukebox “I’d like to settle down but they won’tlet me”. Merle Haggard. Zo gaat het altijd een beetje. De mensen vinden het geen leuk idee dat je als muzikant tevreden zou zijn.
Door: Petra Geeraerts
Bron: De Standaard, zaterdag 5 en zondag 6 november
4 november 2011
Nieuwe term: "Superdiversity"
Daphne Pappers: Superdiversity in Melanchotopia
The Hu family, een fotografieproject van Fenmei Hu
Daphne Pappers | Als je zoals ik, je beroep maakt van het analyseren van beeldende kunst tegen de achtergrond van maatschappelijke kwesties, is het even gebruikelijk om tentoonstellingen te bezoeken als de maatschappelijke arena tot je werkveld te rekenen. In die zin voel ik me soms een vreemde eend in de bijt, zo weinig kunstprofessionals kom ik daar tegen, op enkele collega’s na die zich net als ik, begeven op ander terrein.
Zo was ik afgelopen week bij een conferentie met de titel ‘Superdiversity in Dynamic Cities’, in de stad van Pim Fortuyn (waar het publiek een paar keer door de sprekers aan werd herinnerd). De dag was een initiatief van Kosmopolis, een ‘nationaal en internationaal multimediaal platform dat kunst en cultuur inzet om de dialoog tussen bevolkingsgroepen te voeden’ (in Rotterdam, Den Haag en Utrecht).
Maar liefst zeventien, vooral academische sprekers uit binnen- en buitenland gaven hun visies op dit onderwerp, vanuit de antropologie, de psychologie, en ook een taalkundige en een kunsthistorica namen plaats achter de microfoon.
Nieuwe term
‘Superdiversity’ werd geponeerd als nieuwe term ter vervanging van het oude, besmette ‘multiculturele samenleving’. Het eerste begrip vertegenwoordigt meer dan alleen etnische aspecten, het refereert naar nieuwe punten voor identificatie, dwars door culturen, beroepsgroepen, generaties, et cetera heen.
Behalve Rotterdam waren Londen, Kopenhagen en Berlijn de belangrijkste steden van aandacht, waarbij de Vlaamse taalkundige Jan Blommaert aantekende dat ook het platteland in Zuid-China moet worden gerekend tot geglobaliseerd gebied.
Terwijl de sprekers almaar van het lokale naar het nationale niveau en terug schakelden, kwam Berlijn (en de Duitse politiek) er bekaaid vanaf in het relaas van Mark Terkessidis (de psycholoog), die herhaaldelijk constateerde dat de multiculturele samenleving in Duitsland als mislukt wordt ervaren (zeker sinds Angela Merkel het hardop zegt) maar wat wil je als er nooit een beleid op is gemaakt. Kopenhagen is in afwachting van nieuwe geluiden nu de regering daar vorige week weer naar links is opgeschoven. Garbi Schmidt (Interculturele Studies) presenteerde de utopisch klinkende ‘inclusion policy’ van Denemarken voor de komende jaren in relatie tot haar veldwerk in een multiculturele (superdiverse) wijk in de Deense hoofdstad: kinderspel vergeleken met de problematiek in het zuiden van Europa. Opvallend was dat de sprekers zelf nog moesten wennen aan het woord ‘superdiversity’, veelal hoorde je toch nog het oude ‘multicultural’.
Interventie Checkpoint Charlie in 2010 door Emilio López-Menchero
Beeldende kunst
Phil Wood, stedelijk therapeut, was de enige die (weliswaar helemaal aan het eind van zijn spreekbeurt) beeldende kunstprojecten besprak over het (wel en) wee van de superdiverse samenleving. In beide gevallen speelde Duitsland juist wel de (dubieuze) hoofdrol. Emilio López-Menchero (België, 1960) plaatste vorig jaar een exacte replica van Checkpoint Charlietussen twee Brusselse wijken die door het kanaal van Brussel van elkaar zijn gescheiden. Brussel en Molenbeek staan resp. voor (rijk) centrum en (arme) periferie en functioneren als twee aparte werelden, niet alleen door het water ertussen maar ook op het vlak van het maatschappelijk verkeer.
project Migrantas
Het project Migrantas speelt zich af in Berlijn, en is het product van een collectief uit 2004. Dat bestaat uit Marula di Como en Florencia Young, Argentijnse kunstenaressen en Estela Schindel, een sociologe uit dat land. Het reflecteert op de situatie van migranten in Duitsland. Workshops met migrantenvrouwen leveren tekeningen op, en daarvan maken Di Como en Young ‘syntheses’, pictogrammen. Deze worden gedrukt als posters, ansichtkaarten etc en vinden zo hun weg in het stedelijke landschap.
Melanchotopia
Aan het eind van de dag spoedde ik mij naar de Witte de Withstraat waar ik nog een graantje meepikte van 'Melanchotopia'. Aan deze tentoonstelling in Witte de With doen meer dan veertig kunstenaars mee die reflecteren op het stedelijk weefsel, de superdiverse staddus. De factor tijd (verleden en heden) is gekozen als dimensie die de kunstwerken met elkaar verbindt. Het is alsof de curatoren de show in opdracht van Kosmopolis hebben gemaakt: de mix van jonge, bekende, conceptuele, relationele, lokale en internationale kunstenaars sluit naadloos aan bij het idee van superdiversiteit: dwars door allerlei categorieën heen.
In Witte de With zelf is slechts een fractie te zien van alle bijdragen waarvoor je, uitgerust met een plattegrond de stad in wordt gestuurd. Ik heb me moeten beperken tot Witte de With en daar schitterden al twee pareltjes: Minouk Lim (1968, Korea) en Slavs and Tatars(collectief dat zich richt op Eurazië). Lim presenteert de performancevideo International Calling Frequency (2011), waarin spontane straatuitvoeringen te zien zijn van een groep ontslagen zangers bij de Koreaanse Nationale Opera. In december komt ze naar Rotterdam om een workshop te geven. Slavs and Tatars nodigen de bezoeker uit om te komen lezen op twee grote houten banken met tapijten erop. Langs de kanten staan boeken over een personage uit de volksliteratuur van de dertiendee eeuw, Molla Nasreddin, een geestelijke, wijze, én dwaas.
Bron: weblog Dhapne Pappers
Door: Nelle De Vos
Meeste blood in Belgische werken
Roos van Put: Vragen waarvan je het antwoord niet op internet vindt
Johan Grimonprez, DIAL H.I.S.T.O.R.Y., 1997
Roos van Put | Via een tweet van @LostPainterswerd ik vanochtend geattendeerd op een stuk in een Belgische krant met de kop: ‘Vlaamse kunst telt meeste naakt’. Nu was ik dit weekend net in Gent geweest, dus mijn aandacht viel daardoor meteen op deze tweet in mijn TimeLine.
Onderzoekers hadden alle tepels en geslachtsdelen in duizend tentoongestelde werken in de National Gallery in Londen geteld en daarbij bleek dat de bourgondische Belgen meer bloot in hun kunst verwerkten. Hilarisch! Het onderzoek werd nog nieuwswaardiger omdat het werd beloond door de IG Novel Award Roadshow, een vereniging die lachwekkend onderzoek beloont.
Maar eigenlijk vind ik dat je dergelijk onderzoek helemaal niet moet rubriceren onder de noemer ‘lachwekkend’. Waarom niet?
Google
Stel dat je zo’n vraag zou voorleggen aan een willekeurig iemand: ‘Wie verwerkten het meeste naakt in hun kunst in de zestiende eeuw: Belgische of Italiaanse schilders?' Ik weet bijna zeker dat iedereen aan wie je die vraag stelt onmiddellijk gaat zoeken op Google – waar je tot vandaag het antwoord niet had kunnen vinden. Maar omdat er een paar fanatiekelingen in een melige bui op het idee kwamen om tepels te gaan tellen, heb je nu wel het antwoord, in elk geval in relatie tot de kunst in de National Gallery.
Een paar fanatiekelingen kwamen op
het idee om tepels te gaan tellen.
Vervolgens kun je je afvragen hoeveel vragen je kunt bedenken waarvan je het antwoord niet kunt vinden op Google. Bijvoorbeeld: Hoeveel vrachtwagens heb je nodig en hoe veel tijd heb je nodig om de Mount Everest af te graven? Als je aan zee in Scheveningen eenvingerhoedje water leeggiet en als je dan een jaar later dat vingerhoedje vult met zeewater uit Rio de Janeiro, wat is dan de kans dat je in dat vingerhoedje moleculen aantreft uit het vingerhoedje in Scheveningen? Het antwoord op deze laatste vraag is overigens bijna 1. Want er gaan ettelijk meer moleculen in een vingerhoedje dan er vingerhoedjes in alle oceanen van de wereld passen. Zo klein zijn moleculen. Originele vragen
Voor beide vragen die ik hier noem, heb je de hulp van een natuurkundige nodig, die het voor je berekent. Ik moest aan ‘originele vragen waarvan je het antwoord niet op internet vindt’ denken toen ik dit weekend de tentoonstelling ‘It's a Poor Sort of Memory that Only Works Backwards’ van Johan Grimonprez in het S.M.A.K. te Gent bezocht. Waar hij onder andere in dialoog gaat met Roy Villevoye en Jan Dietvorst. De kunstenaar maakt gebruik van documentaire materiaal, found footage, historische archiefstukken, eigen homevideo’s, nieuwsbeelden, reclame en videoclips. Door montage van verschillende beelden, geeft hij een geheel authentieke betekenis aan dat wat geschiedenis ons heeft gebracht.
Door zijn montage geeft Grimonprez een authentieke betekenis
aan dat wat geschiedenis ons heeft gebracht.
Kunst die meer dan eens vrolijk en luchtig, zelfs hilarisch van de buitenkant is, maar diep duister van binnen. De wereld van Grimonprez is het beste te omschrijven als eenPhotoshop-werkelijkheid, waarin niets meer is wat het lijkt. Johan Grimonprez, DIAL H.I.S.T.O.R.Y., 1997
Beroemd werd Grimonprez met DIAL H.I.S.T.O.R.Y., die werd vertoond op de Documenta X. Een film waarin hij zijn visie op internationaal terrorisme gaf, met een inmiddels bijna angstaanjagend visionaire inhoud. Hijis typisch zo’n kunstenaar die op onderzoek uitgaat, bestaande beelden verzamelt en deze zo monteert dat je vragen stelt bij de eerste betekenis van het bewegende beeld. Vervolgens trekt hij een blik associaties open en laat hij je met meer vragen dan antwoorden naar huis gaan. Vragen waarvan je het antwoord vanzelfsprekend niet op internet vindt, maar die het denken en bedenken tot het bot uitdagen.
Johan Grimonprez,
'It's a Poor Sort of Memory that Only Works Backwards'
15 okt. 2011 t/m 19 jan. 2012
S.M.A.K., Gent (BE)
www.smak.be