Daphne Pappers: Superdiversity in Melanchotopia
The Hu family, een fotografieproject van Fenmei Hu
Daphne Pappers | Als je zoals ik, je beroep maakt van het analyseren van beeldende kunst tegen de achtergrond van maatschappelijke kwesties, is het even gebruikelijk om tentoonstellingen te bezoeken als de maatschappelijke arena tot je werkveld te rekenen. In die zin voel ik me soms een vreemde eend in de bijt, zo weinig kunstprofessionals kom ik daar tegen, op enkele collega’s na die zich net als ik, begeven op ander terrein.
Zo was ik afgelopen week bij een conferentie met de titel ‘Superdiversity in Dynamic Cities’, in de stad van Pim Fortuyn (waar het publiek een paar keer door de sprekers aan werd herinnerd). De dag was een initiatief van Kosmopolis, een ‘nationaal en internationaal multimediaal platform dat kunst en cultuur inzet om de dialoog tussen bevolkingsgroepen te voeden’ (in Rotterdam, Den Haag en Utrecht).
Maar liefst zeventien, vooral academische sprekers uit binnen- en buitenland gaven hun visies op dit onderwerp, vanuit de antropologie, de psychologie, en ook een taalkundige en een kunsthistorica namen plaats achter de microfoon.
Nieuwe term
‘Superdiversity’ werd geponeerd als nieuwe term ter vervanging van het oude, besmette ‘multiculturele samenleving’. Het eerste begrip vertegenwoordigt meer dan alleen etnische aspecten, het refereert naar nieuwe punten voor identificatie, dwars door culturen, beroepsgroepen, generaties, et cetera heen.
Behalve Rotterdam waren Londen, Kopenhagen en Berlijn de belangrijkste steden van aandacht, waarbij de Vlaamse taalkundige Jan Blommaert aantekende dat ook het platteland in Zuid-China moet worden gerekend tot geglobaliseerd gebied.
Terwijl de sprekers almaar van het lokale naar het nationale niveau en terug schakelden, kwam Berlijn (en de Duitse politiek) er bekaaid vanaf in het relaas van Mark Terkessidis (de psycholoog), die herhaaldelijk constateerde dat de multiculturele samenleving in Duitsland als mislukt wordt ervaren (zeker sinds Angela Merkel het hardop zegt) maar wat wil je als er nooit een beleid op is gemaakt. Kopenhagen is in afwachting van nieuwe geluiden nu de regering daar vorige week weer naar links is opgeschoven. Garbi Schmidt (Interculturele Studies) presenteerde de utopisch klinkende ‘inclusion policy’ van Denemarken voor de komende jaren in relatie tot haar veldwerk in een multiculturele (superdiverse) wijk in de Deense hoofdstad: kinderspel vergeleken met de problematiek in het zuiden van Europa. Opvallend was dat de sprekers zelf nog moesten wennen aan het woord ‘superdiversity’, veelal hoorde je toch nog het oude ‘multicultural’.
Interventie Checkpoint Charlie in 2010 door Emilio López-Menchero
Beeldende kunst
Phil Wood, stedelijk therapeut, was de enige die (weliswaar helemaal aan het eind van zijn spreekbeurt) beeldende kunstprojecten besprak over het (wel en) wee van de superdiverse samenleving. In beide gevallen speelde Duitsland juist wel de (dubieuze) hoofdrol. Emilio López-Menchero (België, 1960) plaatste vorig jaar een exacte replica van Checkpoint Charlietussen twee Brusselse wijken die door het kanaal van Brussel van elkaar zijn gescheiden. Brussel en Molenbeek staan resp. voor (rijk) centrum en (arme) periferie en functioneren als twee aparte werelden, niet alleen door het water ertussen maar ook op het vlak van het maatschappelijk verkeer.
project Migrantas
Het project Migrantas speelt zich af in Berlijn, en is het product van een collectief uit 2004. Dat bestaat uit Marula di Como en Florencia Young, Argentijnse kunstenaressen en Estela Schindel, een sociologe uit dat land. Het reflecteert op de situatie van migranten in Duitsland. Workshops met migrantenvrouwen leveren tekeningen op, en daarvan maken Di Como en Young ‘syntheses’, pictogrammen. Deze worden gedrukt als posters, ansichtkaarten etc en vinden zo hun weg in het stedelijke landschap.
Melanchotopia
Aan het eind van de dag spoedde ik mij naar de Witte de Withstraat waar ik nog een graantje meepikte van 'Melanchotopia'. Aan deze tentoonstelling in Witte de With doen meer dan veertig kunstenaars mee die reflecteren op het stedelijk weefsel, de superdiverse staddus. De factor tijd (verleden en heden) is gekozen als dimensie die de kunstwerken met elkaar verbindt. Het is alsof de curatoren de show in opdracht van Kosmopolis hebben gemaakt: de mix van jonge, bekende, conceptuele, relationele, lokale en internationale kunstenaars sluit naadloos aan bij het idee van superdiversiteit: dwars door allerlei categorieën heen.
In Witte de With zelf is slechts een fractie te zien van alle bijdragen waarvoor je, uitgerust met een plattegrond de stad in wordt gestuurd. Ik heb me moeten beperken tot Witte de With en daar schitterden al twee pareltjes: Minouk Lim (1968, Korea) en Slavs and Tatars(collectief dat zich richt op Eurazië). Lim presenteert de performancevideo International Calling Frequency (2011), waarin spontane straatuitvoeringen te zien zijn van een groep ontslagen zangers bij de Koreaanse Nationale Opera. In december komt ze naar Rotterdam om een workshop te geven. Slavs and Tatars nodigen de bezoeker uit om te komen lezen op twee grote houten banken met tapijten erop. Langs de kanten staan boeken over een personage uit de volksliteratuur van de dertiendee eeuw, Molla Nasreddin, een geestelijke, wijze, én dwaas.
Bron: weblog Dhapne Pappers
Door: Nelle De Vos
Geen opmerkingen:
Een reactie posten