4 november 2011

eigen recensie John Zorn door Petra Geeraerts

Eigen recensie


John Zorn was in je achtertuin deze zomer 4 november 2011



Twaalf jaar nadat Zorn met Masada de tent van Middelheim voor het eerst tot extase bracht is zijn status binnen de wereld van de jazz enkel nog gegroeid. Wordt het meeste van z’n werk over het hoofd gezien, dan blijft Masada een bezetting dat alle deuren opent. Anno 2011 kreeg hij een volledige dag ter beschikking om in te vullen met een resem muzikanten uit zijn entourage, waaronder een paar van z’n trouwste medewerkers. Er was spektakel beloofd in Park den Brandt.

John Zorn (1953), de New Yorkse saxofonist, componist en producer stond dus zaterdag 13 augustus de hele dag lang centraal op Jazz Middelheim met zijn Book of Angels composities. De dag ervoor kwam Zorn in aanmerking voor de prijs Magister Artium Gandensis 2011. Deze eretitel gaat uit van de Hogeschool van Gent op voordracht van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten en het Koninklijke Conservatorium en wordt toegekend aan personen die zich internationaal verdienstelijk maken in de kunsten.

Maar wie is deze Zorn eigenlijk? Zorn staat de dag van vandaag stevig aan het hoofd van zijn eigen label (Tzadik), en wordt beschouwd als het boegbeeld van de Amerikaanse experimentalisten en is hij opgenomen in de MacArthur Fellowship, zowat de hoogste waardering die een kunstenaar te beurt kan vallen. Het ironische is dat dit alles werd bereikt met een visie die meer conventionele kunstenaars als een kamikazevlucht zouden beschouwen, maar van conventies moet Zorn niet weten . Zorn groeit vanaf het einde van de jaren zeventig uit tot één van cultfiguren, zeg maar de alchemist van de New Yorkse downtownscène. Hij is een rusteloze zoeker naar de vele talen uit de wereld van de improvisatie en hij is schrikbarend productief. In artikels over Zorn vinden we volgende uitspraak terug: “luisteren naar Zorns muziek is vergelijkbaar met het kijken naar een kameleonrace in een verfpot”. Een trip door zijn oeuvre is een moeilijke, soms zelfs hachelijke zaak, al wordt dit ruimschoots gecompenseerd door het besef dat er je als luisteraar altijd iets uitzonderlijks te wachten staat. Iets wat de dag van vandaag uiterst zeldzaam is geworden dankzij de oppervlakkigheid van het gros van het muziekaanbod.

Zorn liet zich in zijn beginjaren leiden door muzikale helden als jazzicoon Ornette Coleman en componisten als Ennio Morricone, Bernard Herrmann en Carl Stalling, maar ook door pulpliteratuur,film en schilderkunst. Zo zijn veel van Zorn’s CD’s een eerbetoon aan mensen die hem geïnspireerd hebben. Eind jaren tachtig richtte Zorn zijn meest beruchte project op: Naked City, een terreurgezelschap waarmee hij enkele obsessies vertaalde in de ultieme postmoderne muziek. De muziek laat zich best omschrijven als een bezoek aan een werf of als een ritje in een achtbaan voor psychopaten: hardcore punk, free jazz en filmmuziek gaan de strijd aan met elkaar, terwijl er daarbovenop nog eens wordt geflirt met populaire muziek als country en surf. Met z’n bekendste kwartet, Masada, een band met een superieure live-reputatie waarmee Zorn zaterdag de tent van Middelheim afsloot, volgt Zorn de exploratie van zijn Joodse roots. Naast het kwartet verschenen echter al snel andere ensembles – het Masada String Trio en het Bar Kokhba Ensemble zijn daarvan de bekendste – die de composities op een andere manier konden aanpakken. Op die manier wist Zorn een grote hoeveelheid aan materiaal nog eens verschillend in te kleuren naargelang de bezetting. Er zijn hiernaast ook talloze eenmalige projecten en releases die niet onder een noemer te vatten zijn. Een limiet op zijn artistieke vrijheid lijkt Zorn niet te dulden. En deze zaterdag staat hij dus centraal met zijn Book Of Angels composities.

Het centrale probleem bij de discografie van Zorn is waar te beginnen. Hieronder volgen enkele suggesties, achterpoortjes om de wereld van Zorn te verkennen. Het zijn niet noodzakelijk de vijf beste albums, sommige albums zijn ook onbeluisterbaar of echt niet goed, maar ze behoren wel tot de puurste voorbeelden binnen enkele van zijn uitlaatkleppen. Zowel Masada, Bar Kokhba als Mycale kon je gaan bekijken op 13 augustus 2011 op Jazz Middelheim.

The Big Gundown (1985) - Afbraak en opbouw. Tien stukken van de Italiaanse meester Ennio Morricone,. Ironisch en opzwepend, van Beethoven tot Clint Eastwood, van de harmonica van Toots Thielemans (!) tot het kippenvelgejank van Diamanda Galas.

Masada: Live In Middelheim (1999) - Het kwartet op z’n best. Wat op het eerste gezicht lijkt op van de pot gerukt gekwetter doet zich vaak ook te goed aan intense melancholie. Energiek als punkrock en zalvend als de betere kamermuziek. Eén van de beste jazzalbums volgens jazzpuristen en dan ook nog eens opgenomen in uw achtertuin.

Astronome (2006) - De waanzin. Eén van de recentere projecten van Zorn, die componeerde, maar niet meedoet. Een driedelige opera voor psychopaten, gespeeld door drummer Joey Baron, bassist Trevor Dunn en Mike Patton op de top van z’n kunnen. Een album voor de durvers, van een monsterlijke intensiteit die opera de Munt onmiddellijk weer uit het slop zou halen.

Bar Kokhba - Lucifer (2008) - De klasse. De bezetting die ook op Middelheim staat. Surf, kamermuziek, swing, jazz en dat allemaal in een cocktail van de allerbeste kwaliteit. Allemaal onder de leiding van Zorn.

Mycale (2010) - De Schoonheid. Deze elf songs, samen goed voor een half uur stemmengoochelarij, vormen een logisch en soms bedwelmend hoofdstuk waarin de meester zijn eindeloze creativiteit kan botvieren uitgevoerd door een dameskoor uit downtown New York.

Door: Petra Geeraerts

Geen opmerkingen:

Een reactie posten